Met het eindigen van het ene seizoen (aardbeien) breekt ook het bramenseizoen aan. Deze pannenkoeken zijn wat kleiner en dikker dan de Nederlandse pannenkoeken. Je kan ook dunnere pannenkoeken maken: voeg dan wat meer water toe. Een recept voor de spirulinaliefhebbers. Die kan je natuurlijk ook weglaten als je daar niet van houdt.
Het beslag krijgt een diepe kleur groen. Tijdens het bakken blijft die kleur niet behouden maar de pannenkoekjes krijgen nog steeds een soort van donkere zeekleur.
Voor 5 pannenkoekjes:
– 100 gram boekweitmeel
– 100 gram maismeel
– 1 eetlepel spirulina
– 2 eetlepels gebroken lijnzaad
– 290 ml water
– snuf zout
– olie
– bramen
– (plantaardige) yoghurt
– honing (of plantaardig alternatief)
– gepofte quinoa
Voeg het meel, de spirulina, het lijnzaad, water en een snuf zout samen tot een beslag en roer goed door. Ik had 300 ml water klaargezet maar uiteindelijk was maar 290 nodig. Je kan dus beter niet alles in een keer toevoegen zodat je de optimale verhouding kan bereiken. Die kan dus ook verschillen per wat voor pannenkoek je precies wil. Meer meel toevoegen kan ook als nodig.
Bak de pannenkoekjes om en om op hoog vuur in olie. Halverwege keren. Voor een uitgebreide instructie over hoe je pannenkoeken bakt kan je eerdere recepten (zondagsontbijt: pannenkoeken met kaas en spinazie en chocoladehazelnootpasta, blauwe bessen en yoghurt) ook doornemen.
Serveer de pannenkoekjes met de bramen, yoghurt, een beetje honing en de gepofte quinoa. Tijdens het eten kan je de bramen nog wat pletten om de sappen vrij te laten komen.