Superlekker je eigen gemaakte rozijnenbollen! Je kan ze zo eten of beleggen. Ik heb ook wel eens een tosti gemaakt van een oude rozijnenbol.
Dit recept is gebaseerd op de krentenbollen van Levine van Doorne uit het boek Brood uit eigen oven. Er zijn allerlei dingen veranderd.
In mijn oven blijft het lastig echt een goede bruine crunchy korst te krijgen (ik heb het verschil gezien bij een ander baksel) maar de smaak is nog steeds goed.
Omdat er al veel rozijnen in de bollen zitten heb ik geen suiker aan het deeg toegevoegd. Suiker kan behalve de smaak ook een functie te hebben in het rijsproces (bron: de Molenwinkel). Mijn deeg rijsde goed maar als je daar problemen mee ervaart moet je misschien toch wat suiker toevoegen (als het geen andere heeft). Het deeg zou automatisch genoeg suikers moeten aanmaken maar als de suikers op zijn kan het rijsproces dus stoppen. Dat is per meelsoort verschillend.
Voor 6 rozijnenbollen:
– 225 gram speltmeel
– 125 gram lauwwarm water
– 150 gram rozijnen
– 4 gram gist
– snuf zout
– 1 eetlepel (plantaardige) boter
– scheutje + een beetje sojamelk
– een beetje olie
Wel de rozijnen in wat lauw water. Maak ondertussen het deeg door het meel te mengen met het water, de gist, het zout, de boter en een scheutje melk. Kneed het deeg goed: zo’n 10-15 min. tot je voelt dat het goed is. Giet de rozijnen af en kneed ze goed door het deeg. Het kan zijn dat er met de rozijnen wat vocht meekomt. Als het nodig is voeg dan nog wat meel toe.
Vet een kom in met wat olie en rol de bol deeg door de kom zodat overal olie zit. Dek de kom af met een theedoek en zet de kom op een warme plaats. Laat het deeg 60 minuten rijzen.
Na de 60 minuten rol je 6 rozijnenbollen van het deeg. Leg de rozijnenbollen op een bakplaat bekleedt met bakpapier en laat nog 60 minuten rijzen.
Bestrijk de bollen met een beetje sojamelk. Bak de rozijnenbollen 20 minuten op 200 graden. Dit is per oven wel wat verschillend. Ik moet de temperatuur iets verhogen, de baktijd iets verlengen en de rozijnenbollen halverwege keren omdat de onderwarmte wat beter verwarmt dan de bovenwarmte.